Vanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst actief handhaven op schijnzelfstandigheid. Dit kan leiden tot naheffingsaanslagen en boetes voor zowel de zzp’er als de opdrachtgever wanneer de Belastingdienst oordeelt dat er sprake is van schijnzelfstandigheid. In deze blog leggen we uit hoe je schijnzelfstandigheid kunt voorkomen en waar je op moet letten.
Wat is schijnzelfstandigheid?
Schijnzelfstandigheid doet zich voor wanneer een opdrachtgever een zzp’er inhuurt, terwijl de werkrelatie volgens het arbeidsrecht eigenlijk een dienstverband is. De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) en het Deliveroo-arrest (een uitspraak van de Hoge Raad) bieden richtlijnen om te bepalen of een arbeidsrelatie als zelfstandigheid of dienstverband moet worden beschouwd. De belangrijkste criteria zijn:
- Gezagsverhouding: Moet de zzp’er werken volgens instructies en regels van de opdrachtgever?
- Persoonlijke arbeid: Is de zzp’er verplicht om het werk zelf uit te voeren?
- Beloning: Is er sprake van een vooraf afgesproken vergoeding voor het werk en hoe is deze vergoeding bepaald?
Hoe herken je schijnzelfstandigheid?
Om te bepalen of er mogelijk sprake is van schijnzelfstandigheid, kun je jezelf de volgende vragen stellen:
- Mag de zzp’er zelf zijn werktijden en werklocaties bepalen?
- Heeft de zzp’er vrijheid in de manier waarop hij het werk uitvoert?
- Krijgt de zzp’er doorbetaald bij ziekte of vakantie?
- Wie is verantwoordelijk bij fouten die tijdens het werk gemaakt worden?
- Hoe hoog is het tarief en hoe wordt het bepaald en uitgekeerd?
- Loopt de zzp’er economisch risico en gedraagt hij zich als ondernemer in de markt?
- Is er op de werkvloer een duidelijk verschil tussen een werknemer en de zzp’er?
Nieuwe wetgeving in 2026
In 2026 wordt mogelijk nieuwe wetgeving ingevoerd. De regels rondom schijnzelfstandigheid worden dan verduidelijkt en aangescherpt. In een latere blog zullen we hier dieper op ingaan.
Controle door de Belastingdienst
Bij een controle kijkt de Belastingdienst niet alleen naar de formele afspraken tussen de zzp’er en zijn opdrachtgever, maar vooral naar de daadwerkelijke praktijk. De inspecteur zal de eerdergenoemde criteria en vragen hanteren om vast te stellen of er sprake is van schijnzelfstandigheid. Als dit het geval is, kunnen er juridische en fiscale consequenties volgen.
Gevolgen van schijnzelfstandigheid
Bij schijnzelfstandigheid hebben zowel de opdrachtgever als de zzp’er te maken met fiscale gevolgen. De opdrachtgever moet met terugwerkende kracht loonheffingen en werkgeverslasten betalen, terwijl de zzp’er inkomstenbelasting moet terugbetalen omdat hij onterecht gebruik heeft gemaakt van ondernemersfaciliteiten. Daarnaast kunnen er rente en boetes worden opgelegd.
De juridische gevolgen voor de opdrachtgever zijn onder andere dat de zzp’er recht krijgt op ontslagbescherming en loondoorbetaling bij ziekte. Ook heeft de zzp’er recht op vakantiedagen.
Wat kun je doen?
Nu de Belastingdienst vanaf 2025 weer actief gaat handhaven, is het belangrijk om je goed voor te bereiden. Dit doe je door het gesprek aan te gaan met je opdrachtgever of zzp’er en kritisch te kijken naar de huidige overeenkomsten. Zorg ervoor dat je altijd werkt met de nieuwste modelovereenkomsten en dat de praktijk aansluit op de afspraken die op papier zijn vastgelegd.
Als zzp’er is het van belang dat je kunt aantonen dat je een zelfstandige ondernemer bent. Dit betekent dat je meerdere opdrachtgevers moet hebben, je eigen werktijden bepaalt en commercieel risico loopt. Let op: het hebben van meerdere opdrachtgevers is niet voldoende. Voor elke opdrachtgever moet de arbeidsrelatie afzonderlijk worden beoordeeld. Als het grootste deel van je omzet van één opdrachtgever komt, loop je een verhoogd risico dat de Belastingdienst schijnzelfstandigheid vermoedt.
Zorg dat je goed voorbereid bent en voorkom problemen door de arbeidsrelaties tijdig aan te passen aan de geldende regels!
Heb je vragen over dit onderwerp of wil je een werkrelatie aan ons voorleggen? Aarzel niet en neem contact met ons op via 0187-760010.