Hoe ga jij in het werkgeverschap om met Social Media? In de afgelopen jaren hebben de welbekende kanalen zoals Facebook, Instagram en LinkedIn een gigantische groei doorgemaakt qua populariteit en dagelijks gebruik. Maar regels op de werkvloer wat betreft Social Media gebruik en hoe je werknemers het voor jouw organisatie inzetten, zijn er vaak niet.
Social Media beleid
De scheidslijn tussen werk en privé is door Social Media kleiner geworden. De trends zijn zo snel gegaan dat veel werkgevers regels rondom Social Media nog niet meegenomen hebben in hun bedrijfsvoering. En dan is er reeds de vraag waar veel ondernemers tegenaan lopen: mag dat eigenlijk wel, je werknemers regels opleggen over wat zij wel en niet met hun Social Media kanaal mogen doen?
Voor de rechter
Het is inmiddels al wel gebleken dat de inzet van Social Media van werknemers soms schuurt met de bedrijfsvoering van de organisatie waar hij/zij voor werkt. Zo werd er in 2018 zelfs iemand ontslagen, omdat hij weigerde zijn functietitel op LinkedIn te veranderen, nadat hij intern van functie wisselde. In deze case is het erg interessant om de uitspraak van de rechter te horen. Dit geeft ons namelijk meer richting over wat je wel en niet kunt tolereren als het aankomt op het Social Media gedrag van je werknemers.
Uitspraak van de rechter
De rechter vond het ontslag op staande voet van de werknemer terecht. Hij gaf aan dat de werkgever het niet hoefde te accepteren dat de werknemer zich naar de buitenwereld bleef voordoen als verantwoordelijke van een andere afdeling. De rechter vond echter dat er geen sprake was van ernstig verwijtbaar handelen, maar eerder kinderachtig gedrag van de werknemer. Het niet veranderen van de functietitel op LinkedIn was namelijk een steek onder tafel naar de werkgever, die de arbeidsovereenkomst in onderling overleg wilde laten beëindigen.
Zakelijke of privédoeleinden?
Een belangrijk element in deze case is de aard waarmee de werknemer zijn LinkedIn profiel inzette. Hij gebruikte zijn LinkedIn profiel namelijk voor zakelijke doeleinden en was daarmee een vertegenwoordiger van de organisatie. Daardoor is het niet aanpassen van zijn LinkedIn functie schadelijker voor de organisatie dan wanneer hij LinkedIn alleen voor privédoeleinden zou inzetten.